Hospice De Spreng: een warm thuis voor de laatste levensfase

De jubileummaand valt samen met de landelijke week van de palliatieve zorg (4 t/m 11 oktober 2025). Een mooi moment om samen met oud-medewerkers terug te blikken. Gerrie, die na haar pensionering als zorgvrijwilliger actief blijft, en Ina, die sinds drie jaar als gastvrouw betrokken is, illustreren hoe het hospice ook na al die jaren een thuis blijft, voor zowel gasten als voor degenen die er zorg dragen. Samen met hun oud-collega’s Annemiek en Coby kijken ze terug op de begintijd, de bijzondere ontmoetingen en wat De Spreng zo uniek maakte.

Hospice De Spreng: een warm thuis voor de laatste levensfase

In juni 2000 opende hospice De Spreng in Beekbergen voor het eerst haar deuren. Dit jaar viert het hospice, onderdeel van Zorggroep Apeldoorn, haar 25-jarig bestaan. De jubileummaand valt samen met de landelijke week van de palliatieve zorg (4 t/m 11 oktober 2025). Een mooi moment om samen met oud-medewerkers terug te blikken. 

Gerrie, die na haar pensionering als zorgvrijwilliger actief blijft, en Ina, die sinds drie jaar als gastvrouw betrokken is, illustreren hoe het hospice ook na al die jaren een thuis blijft, voor zowel gasten als voor degenen die er zorg dragen. Samen met hun oud-collega’s Annemiek en Coby kijken ze terug op de begintijd, de bijzondere ontmoetingen en wat De Spreng zo uniek maakte.

Een pioniersstart

Het begon in een leeg gebouw aan de rand van Beekbergen. De eerste maanden van De Spreng waren vooral pionieren. Het gebouw was nieuw en leeg; er waren geen vaste routines of draaiboeken. Medewerkers begonnen met een periode van scholing. Annemiek (66), die jarenlang in het ziekenhuis werkte, had bewust gewacht op de komst van het hospice: “Ik wist dat De Spreng er zou komen en dacht meteen: daar wil ik werken. In april 2000 werd de eerste steen gelegd en in juni waren we er klaar voor. We kregen een maand lang scholing van artsen, verpleegkundigen en geestelijk verzorgers. Daarna staken we letterlijk de handen uit de mouwen: schoonmaken, kamers inrichten, meubels sjouwen. Het was pionieren, maar dit gaf ook een goed gevoel: dit doen we echt met elkaar.”

Vrijwilligers en familie: onmisbare schakels in de zorg

Niet alleen voor de verpleegkundigen was het pionieren, ook voor de vrijwilligers die zich vanaf het eerste uur aansloten. Er werd al vanaf het begin nauw samengewerkt met gastvrouwen en -heren, die zorgden voor onder andere de ontvangst, maaltijden, een huiselijke sfeer en een luisterend oor. Later kwamen daar zorgvrijwilligers bij, die de dagelijkse zorg nog beter konden ondersteunen. Sommige vrijwilligers zijn al sinds 2000 verbonden aan De Spreng, een bewijs van hun grote betrokkenheid en toewijding. Daarmee zijn ze samen met de families en het zorgteam nog altijd een onmisbare pijler van het hospice.

Gerrie (69), destijds invalkracht, herinnert zich die eerste periode als een warm bad:

Ik voelde meteen: dit is mijn plek. Anders dan het verpleeghuis. Hier ging het om persoonlijke aandacht en er zat minder druk op omdat het al heel fijn was als je bij iemand kon zitten. Het voelde als een warme deken.

De eerste gast

Op 14 augustus 2000 arriveerde de eerste gast. Annemiek was die dag in dienst: “Het maakte veel indruk. We hadden ons voorbereid, maar toen het eenmaal zover was, voelde het heel echt. Kort daarna overleed de tweede gast. Dat zette meteen de toon: dit is intens, maar ook ongelooflijk waardevol werk.”

Ina (70), die vanuit locatie Het Zonnehuis (ook onderdeel van Zorggroep Apeldoorn) naar De Spreng kwam, vult aan: “We deden alles samen. Ook de inrichting en zelfs de styling van het interieur. Dat gaf ook verbondenheid. Het voelde alsof we met elkaar een thuis aan het bouwen waren.”

Een thuisgevoel creëren

Vanaf het begin lag de nadruk op huiselijkheid en persoonlijke zorg. Geen cliënten of patiënten, maar ‘gasten’. En waar gasten waren, waren vaak ook hun families en naasten onmisbaar in het geheel. Coby (66) vult aan: “We wilden geen ziekenhuis of verpleeghuis zijn, maar een plek waar mensen zich thuis voelden. We willen een warm huis zijn voor de gasten, maar ook voor de familie en naasten. Zij spelen nog steeds een belangrijke rol, en het is waardevol om de zorg soms aan ons over te laten en soms juist samen te doen.”

Dat betekende soms kleine dingen: samen koffie drinken, een maaltijd bereiden, of gewoon naast iemand blijven zitten zonder op de klok te hoeven kijken. Dat samenzijn en samen zorgen gaf veel nabestaanden kracht en betekenis, en maakte het afscheid extra waardevol.

“Ik voelde meteen: dit is mijn plek. Anders dan het verpleeghuis. Hier ging het om persoonlijke aandacht en er zat minder druk op omdat het al heel fijn was als je bij iemand kon zitten. Het voelde als een warme deken.”
Gerrie (69) - Invalkracht (destijds)

Indrukwekkende ontmoetingen

De vier oud-medewerkers van De Spreng dragen talloze verhalen met zich mee die ze nooit zullen vergeten. Gerrie vertelt over een flamboyante man die “alles deed wat God verboden had, maar met wie we gewoon een klik hadden. Ik kon andersom ook goed met hem waardoor ik ook van hem weleens wijze levenslessen kreeg. Hij zei dan: ‘Over een jaar kijk je er heel anders tegenaan.’ En gelijk had hij. Dat soort ontmoetingen, maar ook soms wijze levenslessen, draag je je leven lang mee.” Annemiek herinnert zich een jonge man die in zijn stokersuniform werd opgebaard, een verwijzing naar zijn werk op stoomlocomotieven, en van wie de studievrienden massaal afscheid kwamen nemen: “Er werd gehuild, maar ook gelachen. Het leven in zijn volle intensiteit kwam daar samen.”

Ook Ina herinnert zich momenten die diep bijbleven, zoals een Apeldoornse zwerver die dolgraag nog één keer in bad wilde: “Hij durfde alleen niet, dus ik bleef bij hem. Zijn dankbaarheid was onbeschrijfelijk. Bij zijn uitvaart heb ik zelf bloemen meegenomen. Zulke momenten maken dit werk onvergetelijk.” Voor Coby lag de voldoening juist in het contact met gasten die aan de rand van de samenleving leefden: “Mensen zonder vangnet, die vaak nergens meer welkom waren. Voor hen konden we hier een veilige plek bieden. Soms zeiden collega’s: ‘Dit is iemand voor Coby.’ En dat was vaak ook zo.”

Rituelen en tradities

Naast de dagelijkse zorg ontstonden er tradities die de sfeer bij De Spreng maakten. De laatste zorg werd altijd met aandacht en vaak ook samen met familie gedaan. Voor veel nabestaanden was het bijzonder om zo betrokken te kunnen zijn. Vier keer per jaar werden er herdenkingsbijeenkomsten georganiseerd, waar kaarsen werden aangestoken en families elkaar konden ontmoeten en herinneringen delen. Rond kerst waren er stiltevieringen met warme chocolademelk en kleine geschenken voor de gasten. Ina: “Die rituelen gaven betekenis, ook voor onszelf. Het hielp om af te sluiten en door te gaan, want dit werk raakt je diep. Voor families was het vaak een steun in hun rouwproces.”

Palliatieve zorg in ontwikkeling

Toen De Spreng begon, was palliatieve zorg voor veel mensen nog onbekend terrein. Vaak dacht men dat het werk vooral verdrietig en zwaar was, terwijl het team zich richtte op het leven in al zijn intensiteit. Coby: “We voegen geen dagen toe aan het leven, maar het leven aan de dagen. Er werd gehuild, maar ook veel gelachen.” In de begintijd was er weinig bekendheid over hospicezorg; folders en voorlichting brachten kennis en maakten De Spreng zichtbaar. De invulling van de laatste levensfase sloot altijd aan bij de gast: van een gesprek met een dominee tot een gourmetavond met familie op oudejaarsavond. Het ging er steeds om dat iemand zichzelf kon zijn, tot het einde toe.

Veranderende tijden

In de afgelopen 25 jaar is de palliatieve zorg voortdurend in ontwikkeling geweest, maar de essentie blijft onveranderd: het leven waardevol maken tot het allerlaatste moment. Waar vroeger veel ruimte was voor improvisatie en spontane gebaren, zorgen de huidige structuren en protocollen juist voor meer consistentie en doelgerichtheid in de zorg. Tegelijkertijd is het belangrijk grenzen te stellen en leren los te kunnen laten wanneer iemand overlijdt. Elke keer ontstaat er een nieuwe verbinding met een gast, en dat kan intensief zijn. Sommige mensen vragen nu eenmaal meer aandacht dan anderen, en het vraagt vertrouwen en energie om daarin de juiste balans te vinden.

Toch blijft het unieke van De Spreng overeind: medewerkers en vrijwilligers stemmen de zorg af op wie iemand werkelijk is, met kleine, betekenisvolle gebaren die het verblijf bijzonder maken. Zoals Gerrie het omschrijft: “Het gaat erom dat iemand zichzelf kan zijn, tot het einde toe.” Coby vult aan: “De kracht van De Spreng is juist dat gasten met hun eigen verhaal en achtergrond welkom zijn, ongeacht hun omstandigheden. Die persoonlijke, betrokken benadering, samen met respect, warmte en nabijheid, vormt nog steeds de kern van De Spreng.”

Het leven toevoegen aan de dagen

Voor de oud-medewerkers betekende werken bij De Spreng veel meer dan een baan: het was een bron van levenslessen, persoonlijke groei en nieuwe perspectieven. Gerrie omschrijft het als “de rijkdom van mijn leven”, terwijl Annemiek het ervaart als “het voorrecht aanwezig te mogen zijn bij iemands laatste momenten”. Ina benadrukt hoe het haar leerde relativeren en observeren: “Je ziet dat gedrag vaak logisch wordt als je iemands levensverhaal kent.” Ook Coby merkt op dat het werk haar een andere kijk op het leven gaf: “Ik kan dingen beter in perspectief plaatsen. En altijd met plezier gewerkt.” Samen illustreren deze ervaringen hoe diepgaand de impact van De Spreng op de mensen die er werken is.

Een erfenis van respect

Bij De Spreng staat één kernwaarde boven alles: respect. Respect voor de gast, voor de familie en voor elkaar. Coby legt uit dat het bij De Spreng altijd ging om het waarderen van elkaars meningen, zelfs als je het niet eens was met elkaar: “Dat was de kracht van de oude Spreng.” Annemiek benadrukt dat werken in een hospice veel meer vraagt dan een beroep alleen; het vraagt hart, betrokkenheid en het vermogen om echt aanwezig te zijn bij de gast: "Het is ontzettend waardevol werk, maar het kan ook intens zijn. Je komt heel dichtbij mensen en je kunt zoveel verschil maken in hun laatste momenten."

Het hart van De Spreng

Ook voor de toekomst hopen de oud-medewerkers en vrijwilligers dat De Spreng een plek blijft waar gasten zichzelf kunnen zijn, samen met hun families en naasten. Annemiek: “Dat mensen blijven zeggen: het is een fijne plek om te sterven. Respectvol, warm, en met ruimte voor ieders eigenheid.” Gerrie vult aan: “Het blijft mijn toko. Ik kan nog steeds geen afscheid nemen, daarom ben ik nu zorgvrijwilliger. De Spreng is en blijft een deel van wie ik ben.”